Stroomkring met één apparaat.
Minimaal nodig:
- Voeding / batterij
- twee snoeren
- apparaat
Éen stroomkring met meer apparaat.
Geen vertakkingen.
Kenmerken:
- Als een onderdeel stuk gaat gaat alles uit.
- Stroom overals hetzelfde.
- Spanning wordt verdeeld.
Utot = U1 + U2 + .....
Itot = I1 = I2 = ......
Elk apparaat heeft eigen stroomkring.
Schakeling heeft vertakkingen
Kenmerken:
- Als een onderdeel stuk gaat heeft dit geen
invloed op de andere apparaten.
- Stroom wordt verdeeld.
- Spanning overal hetzelfde.
Utot = U1 = U2 = .....
Itot = I1 + I2 + ......