3T Warmte energie

Vermogen (P in W)


De energie die een apparaat in één seconde gebruikt.


Spanning (U in V)


De energie van een deeltje


Stroom (I in A)

Aantal deeltjes per seconde





P = U x I

Warmte Energie (Q in J )


Als een stof verwarmt wordt is daar energie voor nodig. De hoeveelheid warmte energie die een stof opneemt heeft de letter Q en drukken we uit in Joule (J)


Een vloeistof kunnen we verwarmen.
Dit gebeurd vaak elektrisch.


Als er geen verlies is dan is E = Q


De elektrische energie wordt berekent met E = P x t


Door P (de energie in 1 sec) te vermenigvuldigen met de tijd krijg je de totale energie.


3,6 kJ = 1W x 3600s

3,6 MJ = 1000W x 3600s

       

Vermogen (P in W of kW)


De energie die een apparaat in één seconde gebruikt.


tijd (t in s of h)

De tijd die het apparaat aan staat.

1h = 60 min     1 min = 60s

1h = 3600s


Om 1L van een bepaalde vloeistof 1 graden te verwarmen is altijd even veel energie nodig.

Daarom is de grafiek met tijd en energie een rechte lijn.



Copyright © All Rights Reserved W.tomassen